Samenvatting Financial Management - Financial Management samenvatting Hoofstuk 1: Financial - Studeersnel (2024)

Financial Management samenvatting

Hoofstuk 1: Financial management

Cycle of money: Het bewegen van geld van de gever naar de lener en weer terug.Financial intermediary (bijv. bank) staat hiertussen.

Overview of finance areas:

  1. Corporate Finance: Geld dat de activiteiten van de onderneming ondersteunt (short-term cash needs,uitbreidingen, lanceren van nieuwe producten).
  2. Investments: Activiteiten gecentreerd op het kopen van activa, reëel en financieel. Reële activa: Vastgoed of grondstoffen Financiële activa: Ontastbare activa zoals aandelen en obligaties.
  3. Financial institutions and markets: Georganiseerde financial intermediaries die de cycle of moneysupporten.
  4. International finance: De hierboven genoemde activiteiten met een internationaal aspect.

Financial MarketsSorted by the type of asset

  1. Equity market (vermogensmarkt): Waar aandelen worden verhandeld.
  2. Debt market (markt voor schuldpapier): Waar obligaties worden verhandeld.
  3. Derivatives market: Waar toekomstige contracten op grondstoffen (futures markets) en opties wordenverkocht.
  4. Foreign exchange markets: Waar valuta worden verhandeld.

MaturityMoney markets: short-term loansCapital markets: long-term loans (incl. aandelen en obligaties)

Who owns the assetPrimary market: wanneer aandelen voor de eerste keer uitgegeven worden.Secondary market: wanneer aandelen daarna doorverhandeld worden.

Type of saleDealer market: aandelen en obligaties, het op een prijs kopen en daarna hoger doorverkopen.Auction market: staatsobligatiemarkt

Financial Management3 categorieën:

  1. Capital budgeting: planning, evaluating, comparing, selecting long-term operating projects of thecompany.
  2. Capital structure: the means by which a company finances its business activities (verhoudingeigen/vreemd vermogen)
  3. Working capital management: short-term financing acitivities, managing day-to-day operating needs.

Doel van een financial manager: het behouden (en zo mogelijk verbeteren) van de huidige financiële waarde.

  1. Winst maximalisatie

  2. Maximalisatie aandelenkoers

  3. Maximalisatie vermogenswaarde

Legal forms of business

  1. Sole proprietorship: Eenmanszaak, wordt door een iemand gerund dus snelle besluitvorming en deeigenaar houdt de winst. Geen onderscheid tussen prive- en werkkapitaal.
  2. Partnership: Twee of meer mensen die een bedrijf runnen.
  3. Corporation: Een orgaan apart van de eigenaren. Een corporation heeft de rechten en plichten van eenindividu (en kan dus aangeklaagd worden en moet belastingen betalen).
  4. Hybrid corporations:
  5. Not-for-profit corporations: Goede doelen, fondsen etc.

The Agency modelOwners of the company: principalsManagers: agentsPrincipal-agent problem: the problem of motivating one party to act in the best interest of another party.Costs to an agent acting on behalf of a principal for a service not rendered, are called agency costs.Agency theory is the process surrounding recognition of principal-agent problems and ways to align theactions.

Corporate governance is an area that deals with how a company conducts its business and implementscontrols to ensure proper procedures and behavior. Corporate control includes the way to replace managersby the voting power of de board of directors, shareholders, outside managements or individuals (lawsuit).

Hoofdstuk 2: Financial Statements4 verschillende statements:

  1. Balans

  2. Income statement

  3. Statement of Retained Earnings

  4. Cash flow statement

  5. Balans

Activa PassivaKortlopende activa Kortlopende passivaKas CrediteurenDebiteuren Kortlopende schulden (te betalen ... )Voorraad Langlopende passivaLanglopende activa LeningProperty (machine’s, gebouwen) Langlopende schulden - Afschrijvingen Eigen Vermogen (Owner’s equity)Netto property Common stock (geplaatst aandelenkapitaal) Retained EarningsTotale activa Totale passiva + EV

Rule of 72: Een schatting maken wanneer je investering zich verdubbelt heeft. Dit werkt het best bijrentestanden rond de 8%. Je deelt 72 door de r.

Hoofdstuk 4: The Time Value of Money (part two)

The future value of multiple payment streams

Twee mogelijkheden:

  1. De kasstroom verandert: Hierbij moet je elke kasstroom apart compounden met de formule die in hetvorige hoofdstuk genoemd is. Let op de veranderende n.Wanneer je de kasstromen optelt heb je de uiteindelijke FV van de kasstroom.
  2. De kasstroom blijft over n jaren gelijk. Dit wordt een annuïteit genoemd. Deze kunnen we met een aparteformule berekenen.

FV=PMT∗( 1 +r)

n− 1

r

Deze vergelijking is bedoeld om de waarde te berekenen wanneer deze aan het eind van elke periode wordtbetaald. Dit heet een ordinary annuity. Het kan ook voorkomen dat een bedrag aan het begin van eenperiode betaald moet worden. Dit heet een annuity due.

The present value of multiple payment streams (annuity)Hierbij disconteren we meerdere gelijkblijvende kasstromen. De formule hiervoor is:

PV=

PMT∗ 1 −( 1

1 +rn)

r

Annuity due and perpetuity

Annuity due: Bedragen die vooruit betaald moeten worden, zoals huur of leasekosten van een auto.Het verschil met een ordinary annuity is dat je bij een normale het hoofdbedrag afbetaald (hypotheek) en bijde andere voor de periode zelf betaalt. Bij een annuity due beginnen de betalingen dus al bij T0, terwijl die inhet andere geval bij T1 beginnen. We kunnen de formule hierop aanpassen.

PV=

PMT∗ 1 −( 1

1 +rn)

r

∗( 1 +r)

FV=PMT∗( 1 +r)

n− 1

r

∗( 1 +r)

Dus: annuity due = ordinary annuity * (1 + r)

Perpetuity: Een oneindige kasstroom. Je hebt geen maturity date en krijgt dus het principal ook nooit terug.Sommige landen keren dit soort obligaties uit, het worden consols genoemd.

De formule voor een eeuwigdurende kasstroom is: PV=PMT

r

Het terugbetalen van een lening

  1. Discount loan: Je betaalt het originele bedrag (principal) en de interest hierover op de maturity date van delening.We kunnen het bedrag hier eenvoudig uitrekenen door het leenbedrag (hier de present value) te compoundenmet de formule voor een enkele kasstroom (hoofdstuk 3). Dit bedrag betaal je dus aan het einde pas terug.
  2. Interest-only loan: Je betaalt de interest terwijl je leent en betaalt bij maturity de laatste interest en hetoriginele bedrag terug.Je berekent de jaarlijkse interest door het leenbedrag te vermenigvuldigen met de rente. Dit bedrag betaal teterug tot het laatste jaar, waarna je de resterende rente betaalt, met het orginele bedrag.
  3. Amortized loan: Je betaalt het hoofdbedrag en de interest terug in gelijke bedragen over de levensduur vande lening elke periode terug.Om het bedrag per maand te berekenen gebruiken we de PV annuïteitenformule, waarbij we PMT extracten.

PMT= PV

1 − 1

( 1 −r)n

r

AfschrijfmethodenOmdat het bij de derde methode moeilijk te zien is welk deel rente is en welk deel het afbetalen van hethoofdbedrag, is het handig om hier een schema van te maken.Stel je hebt een lening van 10000 euro, die je in 5 jaar afbetaalt tegen 5% rente. Je hebt het jaarlijks te betalenbedrag uitgerekend met de formule hierboven.

Jaar Hoofbedrag (begin elk jaar)

Te betalenbedrag

Interest-kosten

Afnamehoofdbedrag

Hoofdbedrag(eind elk jaar)1 10000 2309,75 500 1809,75 8190,2 8190,25 2309,75 409,51 1900,24 6290,3 6290,01 2309,75 314,5 1995,25 4294,4 4294,76 2309,75 214,74 2095,01 2199,5 2199,75 2309,75 109,99 2199,75 0Totaal 11548,75 1548,75 10000

N bepalenWanneer we de n perioden willen weten om een bepaalde doelstelling te behalen kunnen we de volgendeformule gebruiken:

n=

ln(FV∗r

PMT)

+ 1

ln( 1 +r)

Het is niet mogelijk om r voor de formule te plaatsen. Hier moet je achter komen door middel van trial enerror.

Default premium is het deel van de rente over een lening dat het risico compenseert dat de lening nietterugbetaald wordt. Het hangt ook af van de frequentie waarin wanbetalingen voorkomen.

Risk-free rate is een theoretische rentestand waarbij het risico nul is en er nooit een wanbetaler voorkomt.Het is een de rente over een risicovrije investering.De US treasury bill is een bekend voorbeeld van een risicovrije investering. (dp = 0)De risk-free rate bestaat uit twee delen: de real rate en de inflatie: Rf = r* + h.Wanneer er wel risico is komt hier een default premium bij (dp).

We kunnen de nominale en de real rate, en de risk-free tegenover de risicovolle rates in een schema zetten. Real rate Nominal rateRisk-free R* Rf =r* +hRisky R = r* + h + dp

Yield Curve: De grafiek die de relatie tussen de rente en de duur van de lening aangeeft.

Hoofdstuk 6: Obligaties en het waarderen van obligaties.

Een obligatie is een long-term debt instrument waarbij de issuer de principal terugbetaald op eenafgesproken datum (maturity). Je koopt een beloofde future cashflow.

Key components of a bond

  1. Nominale waarde (face value of par value): Het hoofdbedrag dat een bedrijf terugbetaalt bij maturity.
  2. Coupon rate: Het interestpercentage voor de periodieke uitkeringen.
  3. Coupon: Uitbetalingen tijdens de levensduur van de obligatie.
  4. Maturity date: De einddatum
  5. Yield to maturity: De disconteringsvoet van de obligatie. Het is een rentepercentage dat de hele waardevan de obligatie omvat.
  6. Current Yield: De jaarlijkse couponbetaling / current bond price

Pricing a bondTwee delen van een obligatie: De coupons en het hoofdbedrag. Dit zijn twee verschillende cashflows: eenannuïteitenstroom en een enkelvoudige kasstroom.We disconteren deze stromen aan de hand van de YTM met de formules voor een annuïteit en die voor eenenkelvoudige kasstroom.

Price(present value)=parvalue¿ ¿∗ 1

n = het aantal perioden tot maturity (bij halfjaarlijks x 2)r = de YTM (bij halfjaarlijks gedeeld door twee)coupon = periodieke interestbetaling (bij halfjaarlijks gedeeld door twee)

Zero-coupon bonds zijn obligaties die geen coupon uitkeren maar die tegen een sterke discount verkochtworden. De formule voor de prijs is de normale formule zonder het coupon-gedeelte.

Yields en coupon rates

  1. Yield to maturityDe disconteringsvoet waartegen we de bond berekenen. Het is de rentestand die de waarde van de obligatieweergeeft.We kunnen de r niet voor de formule halen, dus moeten we achter het percentage komen door middel vantrial en error.

  2. Coupon rateDe couponrente gebruiken we alleen maar voor het berekenen van de periodieke betalingen die met eeobligatie gepaard gaan.

    1. Couponrente < YTM: Discount bond
    2. Couponrente > YTM: Premium bond
    3. Couponrente = YTM: Par value bond

Putable bond: Geeft de obligatiehouder het recht om de obligatie terug te verkopen voor de maturity datetegen een vooraf bepaalde prijs.Callable bond: Geeft de uitgever van de obligatie het recht de obligatie weer in te trekken tegen een voorafbepaalde prijs.Convertible bond: Geeft de obligatiehouder het recht de obligatie in te wisselen voor andere activa (zoalsaandelen)Floating-rate bond: Verschillende ratesPrime-rate: Rentestand waar de jaarlijkse rente op is gebaseerd.

US Government bondsTreasury notes (2-10 jaar), treasury bonds (>10 jaar), treasury bills (<1 jaar).

Ook: State-bonds, municipal bonds, foreign bonds.

Pricing a US government note or bond: Zelfde als bij een corporate bond.

Pricing a US treasury bill:Gebruikt de bank discount rate, speciale rente voor de treasury bill.

price=facevalue∗[ 1 −(discount rate∗(days¿maturity¿¿ 360 ))]

discount=face value∗discount rate∗(days¿maturity¿¿ 360 )

Omdat we niet met de ‘normale’ interest rates rekenen kunnen we er met de bond equivalent yield achterkomen wat de Treasury bill rente zou zijn in normale rente.We rekenen de Holding Period Return uit: (Initial bond cost – earned interest) / earned interest. Daarna: HPR

  • (365/aantal dagen)

Een andere manier is de BEY: 365 ∗discount yield

360 −days¿

maturity∗discount yield¿

De rente over een Treasury Bill is hetzelfde als de Annual Percentage Rate.De yield over een Treasury Bill is een risk free rate.

Stock valuationDe prijs van financiële activa is de PV van de toekomstige cashflow die je ontvangt terwijl je het aandeelhebt.

Price(present value)=futureprice¿ ¿∗ 1

Deze formule is alleen te gebruiken als er een constant dividend is. Er zijn echter 4 variaties te zien in hetvolgende schema.

NB. Met constante groei wordt de gemiddelde groei berekend.

Constant Constante groeiOneindig 1.

Price=Dividend

r

r = Required return

Price 0 =

¿ 0 ∗( 1 +g)

r−g

¿ 1 =¿ 0 ∗( 1 +g)

r = required return

Eindig Price=futureprice∗ 1

¿ ¿

dividend∗ 1 −( 1

1 +rn)

r

Price 0 =

¿ 0 ∗( 1 +g)

r−g

+[ 1 −( 1 +g

1 +r)

n

]

g=(FV

PV)

1

n− 1

g = dividendgroeivoet

We kunnen r ook voor de formule halen: r=

¿ 0 ∗( 1 +g)

price

+g

Preferred stockAandelen met een voorkeursstatus.Cumulative in dividend: Wanneer een dividend niet betaald wordt, moet het op een later momentterugbetaald worden.Non-cumulative heeft dit niet

Efficient marketsAandelen worden verhandeld in een markt waar kosten minimaal zijn en de prijzen eerlijk zijn.Operational effiency gaat over de accuraatheid en de snelheid waarmee aandelen verhandeld worden.Informational efficiency gaat over de snelheid waarmee een bron achter de trading price komt.

Hoofdstuk 8: Risk en return

Returns

profits=ending value+distributions−orginalcost

Holding Period Return= profit

orginalcost

Om investeringen gelijk te kunnen beoordelen moet je ze over dezelfde tijdsspan zien.Om dit te doen moeten we de EAR berekenen.

EAR=( 1 +HPR)

1

n− 1

RiskOnzekerheid is het ontbreken van kennis over mogelijke uitkomsten. Risico is de maatstaf van onzekerheiddoor het geven van potentiële uitkomsten.

Twee factoren die risico beïnvloeden:

  1. De hoeveelheid verschillende uitkomsten.
  2. De neiging van de returns om rond het gemiddelde te zitten.

Variantie en standaarddeviatieOm te kijken in hoeverre de returns om het gemiddelde verspreid zitten.

Variance(X)=∑

(Xi¿−average) 2

n− 1

¿

Standaarddeviatie is de wortel van de variantie.

Normale verdeling68% zit 1 sigma van het gemiddelde af95% zit twee sigma van het gemiddelde af99% zit drie sigma van het gemiddelde af

Historical returnsTreasury bills hebben de het laagste risico, daarna obligaties,daarna aandelen van grote bedrijven en het hoogste risico hebbenaandelen van kleine bedrijven.

Returns in an uncertain worldEx-post is het kijken naar de resultaten als ze al gebeurd zijn. Ex-ante is het kijken naar resultaten nog voordat ze moeten gebeuren.Om de expected payoff te berekenen kijken we naar het gewogengemiddelde van de returns. Dit kunnen we samenvatten in de formule:

Expected payoff=∑payoffi∗Probabilityi

Om te expected return te berekenen deel je de expected payoff door de investment.

Variantie=∑(payoffi−expected payoff) 2 ∗probabilityi

1

2

3

  1. Duur van het effect
  2. Kosten
  3. Hoeveel informatie er nodig is voor de beslissing

Lange-termijnbeslissingen noemen we ook wel capital budgeting decisions.Bij het maken van dit soort beslissingen gebruiken we modellen om de financiële waarde ervan in teschatten.

  1. Payback periodAan de hand van de FV-cashflows berekenen in hoeveel tijd de investering is terugverdiend.
  • Heel erg makkelijk te berekenen
  • Houdt geen rekening met de time value of money
  • Houdt geen rekening met de cashflow nadat de investering is terugbetaald

Berekenen door middel van de cashflows optellen.

  1. Discounted payback periodAan de hand van de gedisconteerde FV-cashflows berekenen in hoeveel tijd de investering is terugverdiend.
  • Makkelijk te berekenen
  • Houdt rekening met de tijdswaarde van geld
  • Houdt geen rekening met de cashflows nadat de investering is terugbetaald.

Berekenen door middel van het optellen van gedisconteerde cashflows (PV = FV * (1/1+r)n )

  1. Net present valueDe aanschafwaarde van de investering vergelijken met de totale gedisconteerde cashflows.
  • Houdt rekening met de tijdswaarde van geld
  • Je ziet al het risico bij de cashflow
  • Duurt lang

Berekenen door de totale cash outflows met de gedisconteerde cash inflows te vergelijken. Om projecten meteen verschillende levensduur te vergelijken moeten we de Equivalent Annual Annuity berekenen. Dit doenwe door de NPV door de PVIFA te delen.

  1. Internal rate of returnDe disconteringsvoet van de Cashflows berekenen waarbij de NPV nul is en kijken of deze hoger is dan derequired rate of return (hurdle rate).
  • Houdt rekening met het totale risico
  • Houdt rekening met de tijdswaarde van geld
  • Je kan meerdere IRR’s hebben en makkelijker het verkeerde project kiezen
  • Duurt langDoor middel van trial en error de r vinden.
  1. Modified internal rate of return
  • Houdt rekening met het totale risico
  • Houdt rekening met de tijdswaarde van geld
  • Je kan meerdere IRR’s hebben.

  • Duurt lang

  1. Profitability indexJe berekent een percentage aan de hand van de NPV
  • Houdt rekening met de tijdswaarde van geld
  • Je ziet al het risico bij de cashflow
  • Duurt lang

Profitability index=present value of benefits

present value of the costs

=NPV+cost

cost

Hoofdstuk 10: Cash flow Estimation

Profits (winst) is een accounting maatstaf om het succes van een bedrijf te meten. Cashflow is wat endaadwerkelijk binnenkomt en uitgaat.

Operating Cashflow = EBIT + depreciation – taxes.

Incremental cashflow is het verschil met de cashflow nu, als je de investering niet doet.7 factoren die de incremental cashflow beïnvloeden:

  1. Sunk costsKosten die onvermijdbaar zijn, of je het project nou wel of niet kiest. Daarom hebben ze geen invloed op debeslissing.
  2. Opportunity costsHet betrekken van bijvoorbeeld een verloren sale opportunity wanneer je een beslissing over een projectmaakt. (Wanneer je bijvoorbeeld kan kiezen tussen een machine behouden en verkopen, betrek je deverkoopprijs van de machine in de incremental cash flow)
  3. Erosion costsWanneer een nieuw product de verkoopcijfers van bestaande producten naar beneden haalt. In de incrementalcashflow moet je alleen de algemene extra omzet betrekken.
  4. Synergy gainsHet tegenovergestelde van erosion costs: een extra product versterkt de omzet alleen maar meer.
  5. Working capitalNiet alleen rekening houden met de benodigde grondstoffen, maar ook bijvoorbeeld met extra omzet.

(6. & 7.) Capital expenditures and decepreciation and cost recovery of divested assets

Depreciation is het verspreiden van de kosten van een machine over de levensduur.

  1. Straight line depreciation: (kosten machine – restwaarde)/n
  2. Modified Accelerated Cost Recovery System (MACRS): De overheid deelt de soorten investeringen in oplevensduur. Bij elke levensduur hoort een bepaald afschrijvingsschema.

De boekwaarde van activa is de orginele prijs – de opgetelde afschrijvingen.

  1. Selling price > boekwaarde: tax gainCash inflow = winst op machine * taxes

WACC: Weighted Average Cost of Capital

WACC= geleend bedrag

totaal geleend bedrag

∗interest rate+WACC 2 +WACC 3

Componenten van de WACCWACC is de disconteringsvoet in dit model.

We berekenen de present value van future cashflows:

NPV=−investment+∑

t= 1

n Cashflow

t

( 1 +WACC)t

Voor de IRR: de WACC is de hurdle rate (required rate of return)

Debt Component: cost of debtWat de bank of andere kredietverstrekkerterug wil. Dit kan via de interest rate of metde YTM.YTM is de prijs voor het financieren vanR(d).

YTM=parvalue¿ ¿∗ 1

Preferred stock component: cost of preferred stockPreferred stock levert een constantedividendstroom (vergelijkbaar met coupon),

geen maturity date: dus eeuwige annuïteit. R(ps)=

dividend

price

Equity component: cost of equityTwee manieren om de kosten te berekenen:SML of het dividend groei-model. Flotationcosts zijn de kosten die de ondernemingmaakt wanneer je aandelen of obligatiesuitgeeft.

R(e)=rf+[E(rm)−rf]∗βi

Re=

¿ 0 ∗( 1 +g)

P 0 ∗( 1 +F)

F = flotation costsCost of retained earningsKosten van retained earnings zijn de opportunity costs voor als je de RT uitkeert als dividend.

Boekwaarde van een activa is de waarde die op de balans staat. Aan de hand van de balans kunnen we detotale activa uitrekenen.

WACCadj .=(E

V)

∗Re+(PS

V )

∗Rps+(D

V)

∗Rd∗( 1 −Tc)

E = EquityPS = Preferred StockD = DebtV = Total value (Liabilities+EV = Totale activa)

Market price is de prijs waartegen je je activa of passiva vandaag kan verkopen. Je kan deze bedragen ookgebruiken bij de adjusted WACC.

Using the WACC in budgeting decisions

We kunnen de WACC gebruiken in de NPV-methode door de WACC te gebruiken als de disconteringsvoet.Wanneer de NPV positief is weten we dat we tegen die kapitaalkosten nog steeds op een positief resultaatkomen.Bij de IRR kunnen we kijken of de IRR hoger is dan de WACC (hurdle rate). Wanneer deze groter is moetenwe het project accepteren.

Selecting appropriate Betas for projectsOp twee manieren: 1. Pure play: Het vergelijken van jouw project met andere projecten van andere bedrijven. 2. Een beta aan elk soort project toewijzen (high-risk, low-risk) etc.

Hoofdstuk 12: Forecasting and short-term financial planning

Cash inflows:

  • Sales
  • Accounts receivable
  • Cash sales of equipment
  • Funding sources

Cash outflows:

  • Cash purchases
  • Accounts payable
  • Loonbetalingen
  • Huur
  • Materiaalkosten
  • Verzendkosten
  • Interest en dividend-betalingen
  • Afbetalen van schuld
  • Terugkopen eigen aandelen

Cash budgeting and sales forecastHet timen wanneer de toekomstige cashflows instromen door middel van sales forecast

  1. Wanneer vind de verkoop plaats?
  2. Wanneer zal de onderneming er geld voor krijgen?

We kijken naar voorspelde kas in- en uitstromen. Hierbij maken we gebruik van interne (vanuit het bedrijf)en externe (algemene gegevens) data.

Cash inflow from sales and productionWe moeten kijken naar hoeveel voorspelde verkopen we hebben en wanneer het geld van deze verkopenbinnen is. We kunnen berekenen en voorspellen wie wanneer zal betalen, en op basis daarvan de cashflowper periode berekenen.Hetzelfde geldt voor de productie, hoeveel moet er per maand gemaakt worden en wanneer moet dit betaaldworden.

De cash-voorspellen: tekorten en overschotten op korte termijnDoor de cashflows per periode te voorspellen zijn er op sommige punten tekorten, bijvoorbeeld omdat hethoogtepunt van de verkopen niet in dat seizoen ligt. Deze tekorten moeten gefinancierd worden.4 oplossingen voor korte-termijn tekorten: 1. Cash from savings Wanneer er genoeg gespaard is om het tekort te dekken kan deze voorraad cash gebruikt worden. 2. Unsecured loans Een van tevoren afgesproken lening waarbij er geen onderpand is. Het werkt zoals een credit card.

Productioncycle= 365

inventory turnover

Average collection cycle (Of accounts receivable cycle) 1. Gemiddelde accounts receivable =

beginning Accounts Receivable+ending Accounts Receivable

2

2. Accounts receivable turnover = Credit sales

average AR

  1. Collection cycle =

365

AR turnover

Average payment cycle (Accounts payable cycle)

1. Gemiddelde accounts payable = beginning Accounts Payable+ending Accounts Payable

2

2. Accounts payable turnover = COGS

average AP

  1. Payment cycle =

365

AP turnover

KredietWanneer de collection cycle langer wordt, is er meer geld nodig om operations te financieren. Twee optiesom dit te vermijden.

  1. Speed up receivables: Laat debiteuren sneller betalen
  2. Slow down payments: Betaal je crediteuren later.

Een bedrijf moet goed omgaan met kredietverlening aan klanten.

  1. Ze moeten een beleid hebben wie er geschikt zijn voor kredietverlening.
  2. Wanneer ze kredietverlenging geven, moeten ze een betaalplan voor de crediteuren hebben.
  3. Beleid om late betalingen te collecteren.

Setting payment policyEen bedrijf moet kredietvoorwaarden stellen, die aangeven binnen hoeveel tijd het bedrag betaald moetworden en welke korting er mogelijk is wanneer de klant eerder betaalt.Dit kan je vergelijken met een lening. De korting die je krijgt is de prijs die je betaalt om het bedrag voorlangere termijn te ‘lenen’.Om de periodieke interest te bepalen rekenen we de HPR uit (interest/bedrag (zonder interest dus metkorting).Deze kunnen we vervolgens op jaarbasis uitrekenen.

De annual percentage rate is: HPR∗(

365

aantaldagen)

De EAR = ( 1 + discount rate

1 −discount rate

)

365

daysbetween payments− 1

The FloatWanneer klanten een check uitschrijven als betaalmiddel, is er een periode tussen de uitgave hiervan en dedaadwerkelijke kasinstroom. Er is dus een verschil tussen de boekhoudkundige kasinstroom (de klant heeftwel al betaald dus kas gaat omhoog) en de daadwerkelijke fysieke kasinstroom. De tijd hiertussen wordt defloat genoemd.

Wanneer jij een check uitschrijft en het bedrag een aantal dagen later van je rekening verdwijnt is ditdisbursem*nt float. Wanneer het andersom is, en jij een aantal dagen later pas geld ontvangt heet dit eencollection float.

Speeding up the collectionEen onderneming kan gebruik maken van een lockbox, een kluis bij het postkantoor, dichtbij de bank. Op demanier hoeft het bedrijf niet zelf naar de bank met een check, en is de verwerkingstijd dus korter.Ook kan geld via Electronic Funds transfer overgegeven worden. Hierbij komen geen papieren checks vanpas.

Slowing down paymentLanger doen over betalen kan door middel van een credit card.

Inventory managementInventory management is moeilijk omdat je aan de ene kant genoeg voorraad moet hebben om te blijvenleveren, maar aan de andere kant niet teveel wil hebben omdat dit voor kosten kan zorgen.4 modellen die het managen van voorraad makkelijker kunnen maken:

  1. ABC-inventory management modelHet ABC-model verdeelt voorraad in 3 categorieën.

    1. A type: large-dollar items, of kritieke voorraad-items
    2. B type: moderate-dollar items, of essentiële voorraad-items
    3. C type: small-dollar items, of niet-essentiële voorraad-itemsOp deze manier zie je welke items dagelijks gecheckt moeten worden, of alleen periodiek of wanneer devoorraad 0 is.
  2. Redundant inventoryEen item dat een onderneming niet in de dagelijkse praktijk gebruikt, maar meer als backup dient. Dit zorgtervoor dat operaties hoe dan ook door kunnen gaan, omdat het alternatief (de missie afbreken of de operatiestoppen) veel duurder is.

  3. Economic Order QuantityOm het juiste level van voorraad te bepalen moeten we rekening houden met de trade-off tussenvoorraadkosten (kosten voor het houden van voorraad) en bestelkosten (kosten voor het bestellen enleveren) van de voorraad. We kijken niet naar de prijs van het item zelf, alleen naar waar de perfecte balansligt tussen het de twee kosten die nodig zijn om voorraad te hebben.

Measuring ordering costsDe kosten voor het bestellen van voorraad kunnen we als volgt weergeven:

Samenvatting Financial Management - Financial Management samenvatting Hoofstuk 1: Financial - Studeersnel (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Aracelis Kilback

Last Updated:

Views: 5672

Rating: 4.3 / 5 (44 voted)

Reviews: 91% of readers found this page helpful

Author information

Name: Aracelis Kilback

Birthday: 1994-11-22

Address: Apt. 895 30151 Green Plain, Lake Mariela, RI 98141

Phone: +5992291857476

Job: Legal Officer

Hobby: LARPing, role-playing games, Slacklining, Reading, Inline skating, Brazilian jiu-jitsu, Dance

Introduction: My name is Aracelis Kilback, I am a nice, gentle, agreeable, joyous, attractive, combative, gifted person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.